Nederlandse taal English language Langue française Deutsche Sprache Language Selector

Produits

Parquet massif rustique QF5
Parquet massif en chêne de 14 mm
Plancher Massif Chêne 22 mm
Parquet en bois locales
Bois pour dehors
Bois de bout
Vintage 3D
Revètement murale vintage
Panneaux Versailles
Plinthes massifs
Parquets endroits commerciaux
Grille convecteur en chêne massif
Snap-Tack clouage caché
Parquets chêne 9 mm
Tables et meubles
Parquets en bois exotiques 9 mm
Bâton rompu - Point d'Hongrie - mosaiques
 
Couleurs & Finitions
Bestekteksten &  Plaatsingsvoorschriften
Notre histoire
Privacy & Contact
Un petit mot sur nos prix
VENTE STOCK
Essences de bois
Envoi et paiment
 

Informations


Links
Dêfinitions de qualitê


Infos sur l'entretien
Duurzaamheid

© Herrebout-Vermander NV
GSM +32(0)475489057
Tel +32(0)56355925
Industrielaan 14
8501 Kortrijk Heule
België

               

Herrebout Parket

Bestekteksten &  Plaatsingsvoorschriften


Mosaic view - Turned mosaic view

 

Algemeen voor parketten

Het hout wordt na het verzagen gestapeld in mooi horizontaal geplaatste pakken. De ondergrond, waarop de pakken staan, moet horizontaal genivelleerd worden, de gebruikte balken of paletten moeten per pak onderling gelijk van dikte zijn. Tussen de planken worden latjes van gelijke dikte geplaatst ten behoeve van het drogen. De afstanden tussen de latjes worden gekozen met respect voor de dikte van de planken. Voor planken van 20-30 mm liggen de latjes 40 cm uit elkaar. Voor planken van 14 mm liggen de latjes maximaal 25 cm uit elkaar. Bovendien ligt er steeds een latje aan beide uiteinden. De latjes dienen zodanig geplaatst te worden zodat zij in het pak een vertikale lijn vormen. Bij het stapelen van de pakken dient erop gelet te worden dat er zich geen bogen of knikken in de horizontaliteit van de pakken vormen.
In het stadium van het winddrogen worden de pakken al dan niet van bovenaan beschut gestapeld met oog voor een goede luchtcirculatie. Er dient vermeden te worden dat de pakken met hun koppen naar het zuiden gericht worden. Pakken met dunne planken moeten extra bezwaard worden bovenaan.
In het stadium van het kunstmatig drogen, worden de pakken in een conventionele of een vacuumoven naar een vochtgehalte van 10% gebracht. Dit proces moet gebeuren volgens de regels van het vak en de specificaties van de fabrikant van het droogtoestel. Vacuumdrogen heeft als bijkomend voordeel de hoge snelheid en het vernietigen van alle organisch leven in het hout.
Na het drogen worden de pakken hout gestapeld om te koelen waarna ze kunnen verwerkt worden. Voor het verkrijgen van een rechte plank dienen alle planken eerste recht gezaagd te worden. Daarna worden ze vormgegeven door een vierzijdige schaafmachine en een kopsbewerkingsmachine die de planken perfect plat schaaft respectievelijk voorziet van een verbindingssyteem (tand en groef). Na het bewerken worden de plaken in draagbare pakken verpakt met vermelding van hun breedte, lengte, kwaliteit en aantal vierkante meter in het pak.

Plaatsen van 20 mm vloeren

Eerst wordt gecontroleerd of de onderliggende en rondliggende bouwelementen volledig droog zijn en geen vochtrisico inhouden. Zo moet het plakwerk voldoende droog zijn en moet het vochtgehalte van de chappe gemeten worden door middel van de carbuurflesmethode. Het restvochtgehalte van een gewone chappe moet kleiner zijn dan 2%, dan van een anhydrietchappe kleiner dan 0,5 %.

De planken worden in functie van de ruimte geplaatst. Langere planken worden gebruikt in de visueel langere delen, kortere planken in de kleinere ruimtes. De planken worden tand- in groef in elkaar geschoven. Bij het vernagelen op balken, wordt er onzichtbaar genageld in de tand of de groef. Bij het plaatsen wordt er attentie gedaan dat de planken goed aansluiten en er weinig hoogteveschil is tussen de planken onderling.
Gaatjes en knopen worden opgevuld met een mengsel van fijn schuurstof van dezelfde houtsoort en een kleurloos bindmiddel.
Na het plaatsen wordt er in functie van een compleet platte vloer geschuurd met een combinatie van bandschuurmachines, kantenschuurders, rotatieve schuurmachines en klein schuurgereedschap. Het schuren gebeurt in fasen van grovere korrels (°40) voor de eerste schuurgangen naar steeds fijnere korrels voor de afwerking (°120). Tussen schuurbeurten wordt gestofzuigd. Na het schuren wordt de vloer meteen afgewerkt. Indien de vloer niet meteen wordt afgewerkt, wordt hij tussentijds afgedekt.

Plaatsen van 14 en 9 mm vloeren op onderparket

Eerst wordt gecontroleerd of de onderliggende en rondliggende bouwelementen volledig droog zijn en geen vochtrisico inhouden. Zo moet het plakwerk voldoende droog zijn en moet het vochtgehalte van de chappe gemeten worden door middel van de carbuurflesmethode. Het restvochtgehalte van een gewone chappe moet kleiner zijn dan 2%, dan van een anhydrietchappe kleiner dan 0,5 %.

Er wordt eerst een onderparket op de ondervloer geplaatst. Dit kunnen platen zijn, die op balken worden geschroefd en waarbij de onderlinge aansluiting van de platen perfect vlak moet zijn en de algehele horizontaliteit van de platen door opspieën dient bewerktstelligd te worden. Bij het plaatsen van onderparket op cementchappe, dient eerst de chappe geschuurd te worden om alle zwak vaste partikels los te maken. Nadien wordt de chappe met een krachtige stofzuiger gereinigd. Het mozaiëk onderparket wordt met 2-component poly-urethaanlijm op de ondervloer gelijmd en rigoureus aangedrukt. Het uitstrijken van de lijm gebeurt met een driehoektandige lijmkam nr 3. De dag erna wordt het onderparket grof opgeschuurd.
De 9 mm toplaag wordt vervolgens op het onderparket verlijmd met 2-component poly-urethaanlijm en onzichtbaar vastgenageld. Hier wordt dezelfde lijmkam gebruikt. Het volgende parketdeel grijpt zicht met de groef vast in de tand van de vorige plank en duwt op die manier zichzelf naar beneden. Nagelen van bovenaf is enkel toegestaan bij de aanzet en indien een plank zichtbaar niet aan het onderparket hecht, wat kan voorkomen bij de koppen. Hoe beter de horizontaliteit van de planken, hoe lichter het schuurwerk zal zijn.
Gaatjes en knopen worden opgevuld met een mengsel van schuurstof van dezelfde houtsoort en een kleurloos bindmiddel.
De dag erop wordt het parket summier geschuurd en is het klaar voor afwerking. Tussen schuurbeurten wordt gestofzuigd.

Afwerken van parketten

Alvorens af te werken wordt de vloer grondig gestofzuigd en eventueel van de laatste verontreiniging ontdaan.

Olie:
De olie wordt aangebracht met katoen vodden en in een draaiende beweging ingewreven. De eventuele V-groefjes dienen goed mee ingewreven te worden. Eventueel kan een rotatieve poliermachine worden gebruik voor het inmasseren van de olie. Dit inmasseren moet gebeuren totdat er geen overschot van olie meer op het hout aanwezig is. De eerste laag laat men idealiter een nacht drogen. De tweede laag wordt op dezelfde manier ingemasseerd als de eerste laag.
De vodden en pads die gebruikt werden voor het aanbrengen van de olie moeten na gebruik zo snel mogelijk in water ondergedompeld worden. Indien dit niet mogelijk is kunnen ze ook buiten opengevouwen opgehangen worden. Ze mogen in geen enkel geval samengepropt worden weggegooid omdat dan brandgevaar dreigt.
Na het aanbrengen van elke laag olie moet de ruimte voor derden afgesloten worden en dienen er waarschuwingsborden aangebracht worden die informeren over de droogtijd van de olie en het moment dat de vloer mag belopen worden.

Vernis:
De parketvernis wordt aangebracht met een kortharige verfrol. De hoeken en andere onbereikbare plaatsen kunnen met een borsteltje vernist worden. De parketvernis moet volgens de voorschriften van de fabrikant geroerd en gemengd worden. Het verbruik bedraagt ongeveer 1 liter per 10 vierkante meter parket. Bijzondere aandacht dient gegeven te worden aan de minimum verwerkingstemperatuur bij het toepassen van watergedragen vernissen. Na de eerste laag wordt er licht opgeschuurd. Na stofzuigen wordt de tweede laag op dezelfde manier als de eerste aangebracht. Het verbruik is hier ongeveer 70% van dat van de eerste laag. Elke laag vernis dient 'à point' aangebracht te worden: dat betekent voldoende vernis, zonder dat deze er zwemmend op ligt. Een derde laag wordt op gelijkaardige wijze als de tweede laag aangebracht.
Na het aanbrengen van elke laag vernis moet de ruimte voor derden afgesloten worden en dienen er waarschuwingsborden aangebracht worden die informeren over de droogtijd van de vernis en het moment dat de vloer mag belopen worden.

Boenen:
Op een schone vloer wordt een poriënvuller aangebracht met een kortharige lakrol. De boenwas opwarmen en aanbrengen. Na het drogen met een katoenen vod of boenmachine inpolieren.

Plaatsingsvoorschriften kort

Algemeen: de plaatsingsvoorwaarden zoals voorgeschreven door het WTCB dienen voldaan te zijn. In het bijzonder de vochtigheid van de chappe, het plakwerk of andere eventueel vochtige elementen in de ruimte. Er dient een vochtscherm aanwezig te zijn onder de basisvloer. Tijdens het verwerken van het parket dienen de nodige maatregelen genomen te worden zodat de toestand van het parket niet negatief beïnvloed wordt.

20-22 mm parketten: zwevende plaatsing (zie onze parketfolder voor de modaliteiten), volverlijmde plaatsing met een geschikte parketlijm, genagelde en gelijmde plaatsing op balken. Alle massieve parketten dienen na plaatsing volgens de regels van de kunst opgeschuurd te worden en van een geschikt afwerkingsprodukt voorzien te worden.

14 mm parketten: volverlijmde plaatsing middels een geschikte parketlijm met blinde vernageling op een als onderparket geschikte houten ondervloer.

9 mm parketten: volverlijmde plaatsing middels een geschikte parketlijm met blinde vernageling op een als onderparket geschikte houten ondervloer.

Voor andere diktes dienen de voorschriften van de meest dichtbijliggende hierboven vermelde dikte gebruikt te worden. Bij twijfel best vooraf advies inwinnen. Massief parket is niet geschikt om verlijmd te plaatsen zonder houten ondervloer; lijmen op chappe, bestaande vloer, zachte vloerbedekkingen mag niet.


Il n'y a pas de cookies ici.